woensdag 20 december 2006
Cursus
dinsdag 19 december 2006
Kutkerst
Nu komt het. Tim was geselecteerd voor 24 december, tijdens Vitesse-Ajax, voor een geheel uitverkocht stadion. Ten overstaan van Henk ten Cate (die zich op dat moment overigens in de kleedmaker bij zijn manschappen zal bevinden, maar dat terzijde ). Bovendien, zeg ik in al mijn vaderlijke subjectiviteit, latje knallen kan hij als geen ander (afgezien van Ronaldinho). De ramp is deze. Met mijn schoonmoeder in het midden van Europa gaat het eigenlijk niet zo goed. Hoe vaak zullen we nog Kerst met haar kunnen vieren? Op 24 december, kerstavond en hoogtepunt van alles, zitten wij in Wenen, geen twijfel mogelijk. Ik heb natuurlijk mijn hersens gepijnigd hoe we het optreden van Tim in het Gelredome op één dag kunnen laten samenvallen met het zingen van ‘Stille Nacht, Heilige Nacht’ onder een Weense kerstboom. Helaas is dat fysiek onmogelijk, of er moet zich nu alsnog een sponsor melden die zich het leed van Tim aantrekt en een supersonisch vliegtuig stuurt. De Kerstgedachte reikt ver, maar zo naïef ben ik nu ook weer niet.
Ik denk dat ik me dit nog meer treft dan Tim. Kutkerst.
vrijdag 15 december 2006
Mannenkerst
woensdag 13 december 2006
Lost weekend
Met depressies hebben mijn lost weekends niets te maken. In tegendeel, ik geniet dan juist van mijn zelfverkozen eenzaamheid. De tijd gaat verloren met oneindige potjes anoniem schaak op de Internet Chess Club en surfavonturen die mij naar de meest afgelegen plekken van het web voeren (zo heb ik de afgelopen dagen uitvoerig mijn licht opgestoken over de theatercultuur op de Falkland Eilanden). Verder doe ik niets meer dan het hoogst noodzakelijke. Het is een vlaag van autisme, een staat van meditatie, een grote onderhoudsbeurt voor mijn geest. Contact mijd ik waar maar mogelijk.
Juist vandaag, middenin een onvervalst lost weekend, bracht TNT mij een brief. Geen alledaagse crap, maar een ouderwetse, persoonlijke, met de hand geschreven brief. Afzender was mijn alleroudste oom die al enthousiast richting de negentig stevent. Ik had hem al jaren niet meer gesproken. Wat zou hij mij in godsnaam te zeggen hebben? De aankondiging van een familiereünie? Verwijten over mijn slecht ontwikkelde familiegevoel? Herinneringen aan zijn jongere broer, mijn inmiddels gestorven vader? Het kon van alles zijn, al kon ik niet bedenken wat.
Nog op het garagepad scheurde ik de envelop open. In werkelijk prachtig proza verhaalde mijn oom over een Latijnse spreuk die een vermakelijke woordspeling is op onze nobele familienaam. Die spreuk had hij in de jaren twintig van zijn vader gehoord en die wilde hij nu aan mij doorgeven. Een vooruitgesnelde erfenis, maar dan in woorden. Nee, ik schrijf de spreuk niet op. Het komt er ongeveer op neer dat, zeg voor het gemak de familie Circus Benz, zo zijn onvolkomenheden kent. Niets nieuws onder de zon.
Toen ik bij de afscheidsgroet was gekomen, stond ik nog steeds op het garagepad. Het was lekker fris buiten, viel me op. Samengeschoolde herstbladeren bleken uit het niets een meesterlijke kleurcombinatie te hebben bedacht, in de ochtendlucht hing de geur van stoofpeertjes en uit een openstaand raam klonk een melancholisch Portugees liedje.
Het weekend komt er aan. Ik ga maar eens wat vrienden uitnodigen. En daarna mijn oom terugschrijven.
zondag 10 december 2006
Kameraadschap
‘Waar heb je die nu weer vandaan?’
‘Niet wat je denkt. Zo gemeen ben ik ook weer niet.’
Maud en ik. Heel soms wat kattenkwaad. In onze gedachten dan. Maar meestal spelen we spelletjes. Spelletjes die zij bedenkt. Rare spelletjes, leuke spelletjes. Samen vrolijke liedjes trommelen op de keukentafel. Zij met haar rug tegen de leuning, ik tegenover haar. Onze jassen hangen aan de kapstok, de revers van elkaar afgekeerd. Proesten als de jassen maar heel langzaam het hemelwater weten te verdampen.
Vanavond spelen we verstoppertje. Schichtig kijken we om ons heen waar een mooi plekje is om je te verschuilen. Links, rechts, links, rechts. De andere kinderen stuiven uiteen, alsof we Zwarte Pieten zijn. Dit is ónze speelplaats, dit is plezier.
Bij het konijnenhok haalt Maud een leuke grap uit. Terwijl de zoeker denkt dat wij op een hele andere plek onzichtbaar zitten te zijn, propt ze zich plotseling in het onderkomen van Witje, de zak met worteltjes opzichtig in haar handen. Omstanders slaken gilletjes. Een hand trekt haar weer resoluut het konijnhok uit. ‘Sorry meneer De Boer,’ prevelt ze met haar allerkleinste kleine meisjesstemmetje. Hoezo meneer De Boer?
Maud loopt onverstoorbaar verder richting een ander konijnenhok, drie erven verderop. Voorop, vanzelfsprekend. Ik versnel mijn pas. Midden op het boerenpad pak ik haar schouders, draai ik Maud 180 graden. Konijnensnoet tegen konijnensnoet. Wat een prachtige jeugdherinnering. Kameraadschap zit ‘m in de details.
zaterdag 9 december 2006
Excuses
Ik maak mijn oprechte excuses voor het insturen van mijn stukje 'Liefde'. Uw reactie ('Helaas, je inzending van 2006-12-07 19:15:01 op www.nederlands.nl is door de redactie niet geplaatst. Opgegeven reden: volgens de redactie als prozawerk niet helemaal geslaagd.') is volkomen terecht.
Ik zal dit weekend een nieuwe versie proberen te schrijven die recht doet aan uw indrukwekkende stelsel van normen en waarden.
Immer uw nederige,
Benz
donderdag 7 december 2006
Liefde
‘Waar heb je die nu weer vandaan?’
‘Niet wat je denkt. Zo gemeen ben ik ook weer niet.’
Maud en ik. Heel soms een verrot klein beetje seks. In onze gedachten dan. Maar meestal spelen we spelletjes. Spelletjes die zij bedenkt. Rare spelletjes, leuke spelletjes. Samen plassen op de toiletpot. Zij leunt met haar rug tegen de stortbak, ik tegenover haar. Vier pijpen jeans op de enkels, mijn naakte dijen over de hare geklemd. Proesten als het tegen het emaille klettert.
Vanavond zijn we blind. We tikken de stokken tegen de straatstenen. Links, rechts, links, rechts. Winkelend publiek wijkt massaal, alsof we de Zwarte Dood uitdragen. Dit is ónze wereld, dit is macht.
Bij het zebrapad gaat Maud stunten. Terwijl het voetgangerslicht op knalrood staat, begint ze plotseling aan de oversteek, haar wandelstok opzichtig horizontaal. Wachtenden slaken gilletjes. Een hand trekt haar weer stoer het trottoir op. ‘Dank u meneer,’ prevelt ze met haar allerkleinste kleine meisjesstemmetje. Hoezo meneer?
Maud loopt onverstoorbaar verder. Voorop, vanzelfsprekend. Ik versnel mijn pas. Midden in de winkelstraat pak ik haar schouders, draai ik Maud 180 graden. Zonnebril tegen zonnebril. Vol op haar mond. Liefde is blind.
zondag 3 december 2006
Hooggeëerd publiek!
Benz,
directeur
zaterdag 2 december 2006
Woorden tellen
Ik heb geen zin om in te gaan op het wetenschappelijk burgeroorlogje waartoe de conclusies van Louann hebben geleid. Want dan moet ik het artikel grondig gaan lezen in plaats van heel oppervlakkig. Het was geloof ik iets over het verschil tussen mannen en vrouwen: mannen zouden beter hun mond kunnen houden omdat ze in de oertijd, tijdens de jacht, stil moesten zijn. Vrouwen daarentegen mochten lekker met elkaar beppen als ze vruchten aan het plukken waren. Doe mij nog maar wat bramen en frambozen.
Liever misbruik ik Louann’s onderzoek om een slecht begaanbaar bruggetje te slaan naar Ep Meijer. Als hij bij mij op bezoek is (of vice versa) dan pletten wij de gemiddelden van Louann met tienduizenden procenten. Terwijl hij en ik van begin tot eind min of meer staccato door elkaar heen lullen en daarbij desondanks nog steeds een en al oor voor elkaar zijn (luisteren is inderdaad een kunst) , vinden we tussendoor toch nog voldoende tijd om zeer geregeld een glas aan de mond te zetten. Gaan we weer ieder onze eigen weg, dan roepen we in koor dat het erg gezellig was en dat we elkaar weer op allerlei nieuwe ideeën hebben gebracht.
Louann, pas op, een muisarm heb je zo opgelopen.
vrijdag 1 december 2006
Prostitutie 2.0
Die oude volkswijsheid kan per vandaag bij het oud vuil. Op de site Fakeyourspace, een soort hulpmiddel voor mensen die actief zijn op Myspace, is het nu mogelijk om vrienden te kopen, meldt WebWereld. Voor twee dollar per maand laat de ‘vriend’ zo af en toe een commentaartje op je blog achter. Opdat de buitenwereld zal denken dat het wel goed zit met je sociale netwerk.
donderdag 30 november 2006
Julian Jennerpad
Precies zoals ik het zeg: stiekem. Want het kind in mij is mijn grootste geluk, maar tegelijkertijd niet welkom in kringen van volwassenen. Zo mag hij eigenlijk alleen ’s nachts over straat, als iedereen slaapt. In de beslotenheid van het eigen huis kan hij ook zijn eigen gangetje gaan. Zo mocht hij gisteren een moment van kinderlijke gelukzaligheid meebeleven toen Julian Jenner in de 88e minuut van AZ - Slovan Liberec met een weergaloos stiftje in de korte hoek scoorde. Het was weer even net 1992, Bergkamp kort voor tijd tegen de Argentijnen. Maar dan in het klein natuurlijk.
Ooit was hoongelach mijn deel toen ik in een gezelschap van stadsbestuurders achteloos suggereerde om de straten in een nieuw te plannen wijk te vernoemen naar Cruijff, Platini, Maradonna of andere balkunstenaars (de talloze stuntelende sergeant-majoors van het profvoetbal komen mijn wijk trouwens niet in!). Met een Wagnerdreef heeft geen mens moeite, maar dat ligt geheel anders bij de Tcheu La Lingweg. Waarom wel een Monetkade maar geen Van Persiestraat? Ik hang graag schilderkunst aan mijn muur, maar een mooi doelpunt doet het eigenlijk ook prima in mijn interieur, bedenk ik me plotseling.
Als we nou eens, al is het maar om er aan te wennen, beginnen met een klein, naamloos weggetje, ergens ver weg op het platteland: het Julian Jennerpaadje. Misschien dat het dan door de onstuitbare stadsuitbreiding ooit nog eens tot een chique boulevard kan uitgroeien.
woensdag 29 november 2006
Mijn criminele carrière
Ik moet in dit kader een bekentenis afleggen: ik ben ervaringsdeskundige, ik weet waar ik het over heb. In een grijs verleden was ik eindredacteur van een groot tijdschrift en derhalve verantwoordelijk voor de totstandkoming van het blad. Een hondenbaan die je je ergste vijand graag toewenst. Als ook maar één journalist zijn stukje te laat inleverde, betekende dat geheid nachtwerk voor mij en de vormgever. Om ons regelmatig terugkerend leed enigszins te verzachten, hadden we de gewoonte ontwikkeld om overwerk thuis bij de vormgever af te maken. Dat was in ieder geval beter te verdragen dan doorwerken op de verlaten redactieburelen op het al even verlaten kantorenpark. Bovendien werden wij, arme zwoegers, door de vriendin van de vormgever altijd weer liefdevol voorzien van een natje en een droogje.
Dat natje brak mij een keer lelijk op. Er kwam die avond een aangebroken fles wijn op tafel die wij in de uren daarna al werkend soldaat maakten. ’s Nachts rond tweeën sloeg ik het gastvrije aanbod om te blijven slapen af en aanvaarde ik doodmoe de thuisreis richting mijn eigen bed in Arnhem. Halverwege, in Wageningen, zag ik in mijn achteruitkijkspiegel de woorden ‘stop politie’ oplichten. Blazen, onduidelijke uitslag. Nog een keer blazen, weer twijfel. Of ik even meeging naar het bureau, zo nodigde de dienstdoende agent mij met enige dwang in zijn stem, dan zouden ze daar de blaastest nog een keer overdoen op betrouwbare apparatuur.
Daar, op het politiebureau, legden ze me uit dat tussen gammel blaaspijpje en deugdelijke blaasmachine twintig minuten pauze moet zitten. Of me dat duidelijk was. Tja, waarom niet, zal best. Volgt u mij dan maar even, zei de agent, dan kunt u dáár wachten tot die twintig minuten voorbij zijn. In de cel maakte een middelzware aanval van claustrofobie zich van mij meester.
Hoe lang zal mijn gevangenschap hebben geduurd? Elf minuten? Veertien, negen? Ik weet het niet meer, maar voor mijn gevoel oneindig veel langer dan elke kerkdienst of scheikundeles die ik ooit in mijn leven heb moeten ondergaan. Gek van vertwijfeling bonste ik op de deur, de agenten smekend om de deur van het slot te halen. En of ze me anders in godsnaam iets te lezen wilden geven. Kort daarna ging de deur open en stak een stuk agentenarm mij het Privé-katern van de Telegraaf toe.
Beste meneer Sybrand Van Haersma Buma. Wilt u ondanks uw onkreukbare burgermansfatsoen toch even inzien dat de politie van Drachten slechts handelt in de geest van de wet? Een arrestant is een verdachte en pas schuldig als de rechter zijn oordeel heeft uitgesproken. Arrestanten als gast beschouwen, zoals de politie in Drachten dat opvat, is een kwestie van goed fatsoen. Daar kunt u niets op tegen hebben, lijkt mij.
Tien minuten later mocht ik de reis naar Arnhem vervolgen.
maandag 27 november 2006
Optimaal
Altijd al een wijs kind (nog steeds) trok ik twee conclusies. 1: begrijpelijk dat de armsten in Zuid-Amerika liever cocabladeren kauwen. 2: armoedebestrijding is niet de core business van Kerk en zuivelindustrie.
Ruim veertig jaar later moet ik, in alle nederigheid, die laatste conclusie intrekken. Want nu is er Optimel Control, de nieuwste vinding van zuivelgigant Campina! De website: 'Het klinkt haast te mooi om waar te zijn: als je dagelijks een flesje Optimel Control drinkt, helpt dit je vanzelf minder te eten.'
Een wereldprobleem is opgelost. Hulde. Drink je één flesje, dan heb je gedurende de warme maaltijd 10% minder energiebehoefte. Drink je tien flesjes, suggereert Campina-directeur Bas van den Berg met zoveel woorden in het AD, dan heb je helemaal geen honger meer. Het product heeft een werkingsduur van vier uur en kost zo'n zestig eurocent per flesje.
De prijs valt wat tegen, zeker als je op dieet bent in bijvoorbeeld Soedan, Peru of Bangla Desh. Maar nu het goede nieuws. Ter introductie mag iedereen Optimel Control twee weken lang gratis uitproberen. Daarom een dringende oproep aan alle hongerlijders ter wereld: test Optimel Control (vraag eerst naar de actievoorwaarden). Als het bevalt gaat Unesco ongetwijfeld in gesprek met Campina. Moderne firma´s doen immers aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Aan de kade in Rotterdam ligt het eerste containerschip richting Afrika al te wachten.