woensdag 20 december 2006

Cursus

Cursusbaas vraagt wie in de zaal ondernemer is (waarom weet ik niet meer). Ik steek braaf mijn vinger op, als enige van de circa 35 man/vrouw. In de pauze, kopje koffie, uit ik mijn zogenaamde verbazing dat ik uitzondering op de regel ben. Vertelt een mevrouw/collega spontaan dat ze ook voor zich zelf wil gaan beginnen. Goh, leuk, als wat? Als begrafenisondernemer. Goh, leuk, reageer ik met stalen gezicht. En eh, hoeveel doden heb je nou nodig om een beetje lekker te draaien? Want het draait natuurlijk allemaal om de knikkers. Eén dode per week, daar kun je aardig van bestaan. Aha. Maar ik wil het anders gaan doen dan de concurrentie hoor. Aha. Meer persoonlijk, met toegevoegde waarde. Dus meer dan ze alleen onder de grond stoppen? Precies, jij begrijpt me! Helaas was de pauze weer voorbij om dieper op de materie in te gaan. Ik denk dat ze verliefd op me is. En ze is lelijk, ongelooflijk!

dinsdag 19 december 2006

Kutkerst

Vanmiddag belde Vitesse, voetbalclub voor Arnhem en omstreken. Of Tim thuis was. Eindelijk gescout? Nee, zo mooi mocht het niet zijn. Tim had zich opgegeven voor ‘latje knallen’. Dat is een vast onderdeel tijdens de rust bij wedstrijden van Vitesse. Om het publiek een beetje bezig te houden in het kwartiertje pauze mogen twee jonge voetballers drie keer aanleggen op een leeg doel. Degene die het vaakst de lat weet te raken, gaat er met een waardebon van een paar honderd euro vandoor. Die beloning is leuk. Maar uiteindelijk gaat het natuurlijk om de ‘few minutes of fame’, zeker als je pas dertien bent.

Nu komt het. Tim was geselecteerd voor 24 december, tijdens Vitesse-Ajax, voor een geheel uitverkocht stadion. Ten overstaan van Henk ten Cate (die zich op dat moment overigens in de kleedmaker bij zijn manschappen zal bevinden, maar dat terzijde ). Bovendien, zeg ik in al mijn vaderlijke subjectiviteit, latje knallen kan hij als geen ander (afgezien van Ronaldinho). De ramp is deze. Met mijn schoonmoeder in het midden van Europa gaat het eigenlijk niet zo goed. Hoe vaak zullen we nog Kerst met haar kunnen vieren? Op 24 december, kerstavond en hoogtepunt van alles, zitten wij in Wenen, geen twijfel mogelijk. Ik heb natuurlijk mijn hersens gepijnigd hoe we het optreden van Tim in het Gelredome op één dag kunnen laten samenvallen met het zingen van ‘Stille Nacht, Heilige Nacht’ onder een Weense kerstboom. Helaas is dat fysiek onmogelijk, of er moet zich nu alsnog een sponsor melden die zich het leed van Tim aantrekt en een supersonisch vliegtuig stuurt. De Kerstgedachte reikt ver, maar zo naïef ben ik nu ook weer niet.

Ik denk dat ik me dit nog meer treft dan Tim. Kutkerst.

vrijdag 15 december 2006

Mannenkerst

Hoofd Kerstzaken van onze familie is zondermeer Traagje, mijn vriendin, vrouw en toeverlaat. Gewoontegetrouw daalt rond de 23e de doos met pieken en engelenhaar van zolder. Kerststress! Maar begint zij eenmaal te schmücken, dan is er geen redden meer aan. In een tijdsbestek van enkele uren baadt ons huis in een zee van kerstlichtjes (12 volt, CE-keurmerk), is het binnenmilieu één grote herfstoogst en schalt ‘Coming home for Christmas’ sfeervol door elke vleugel van ons landelijk paradijsje.

Helaas moeten we het dit jaar zonder de toewijding van Traagje doen, want ze zit al enige weken wegens zorgtaken in het buitenland. Wat resteert is een rompgezin: Benz en Tim, mijn 13-jarige zoon. Tim vindt eigenlijk alles saai, behalve voetbal, een sport die in Nazareth en Bethlehem nog wel wat promotie kan gebruiken.

Vanuit het Absolute Niets, de hemel van de Atheïsten, vroeg Tim gisteren of we nog een kerstboom zouden kopen. Een kerstboom?!? Tuurlijk jongen. Mist hij soms zijn moeder?

Wij een kerstboom, ik naar zolder. Aan Tim, tussen twee voetbaltrainingen door, de opdracht er ballen in te hangen. Dat was binnen vijf minuten gepiept.

Wat mij betreft is het wachten op het nieuwe jaar. Kan hij er lekker de fik in steken.

woensdag 13 december 2006

Lost weekend

John Lennon kende zijn lost weekends, korte periodes waarin hij zich geheel van de wereld en zijn bewoners afkeerde. Doorgaans ging dat vrijwillige isolement gepaard met excessief gebruik van alcohol. Ook ik heb van die kluizenaarsdagen, al blijft de drank nog redelijk binnen de perken en doen deze periodes zich juist doordeweeks voor.
Met depressies hebben mijn lost weekends niets te maken. In tegendeel, ik geniet dan juist van mijn zelfverkozen eenzaamheid. De tijd gaat verloren met oneindige potjes anoniem schaak op de Internet Chess Club en surfavonturen die mij naar de meest afgelegen plekken van het web voeren (zo heb ik de afgelopen dagen uitvoerig mijn licht opgestoken over de theatercultuur op de Falkland Eilanden). Verder doe ik niets meer dan het hoogst noodzakelijke. Het is een vlaag van autisme, een staat van meditatie, een grote onderhoudsbeurt voor mijn geest. Contact mijd ik waar maar mogelijk.
Juist vandaag, middenin een onvervalst lost weekend, bracht TNT mij een brief. Geen alledaagse crap, maar een ouderwetse, persoonlijke, met de hand geschreven brief. Afzender was mijn alleroudste oom die al enthousiast richting de negentig stevent. Ik had hem al jaren niet meer gesproken. Wat zou hij mij in godsnaam te zeggen hebben? De aankondiging van een familiereünie? Verwijten over mijn slecht ontwikkelde familiegevoel? Herinneringen aan zijn jongere broer, mijn inmiddels gestorven vader? Het kon van alles zijn, al kon ik niet bedenken wat.
Nog op het garagepad scheurde ik de envelop open. In werkelijk prachtig proza verhaalde mijn oom over een Latijnse spreuk die een vermakelijke woordspeling is op onze nobele familienaam. Die spreuk had hij in de jaren twintig van zijn vader gehoord en die wilde hij nu aan mij doorgeven. Een vooruitgesnelde erfenis, maar dan in woorden. Nee, ik schrijf de spreuk niet op. Het komt er ongeveer op neer dat, zeg voor het gemak de familie Circus Benz, zo zijn onvolkomenheden kent. Niets nieuws onder de zon.
Toen ik bij de afscheidsgroet was gekomen, stond ik nog steeds op het garagepad. Het was lekker fris buiten, viel me op. Samengeschoolde herstbladeren bleken uit het niets een meesterlijke kleurcombinatie te hebben bedacht, in de ochtendlucht hing de geur van stoofpeertjes en uit een openstaand raam klonk een melancholisch Portugees liedje.
Het weekend komt er aan. Ik ga maar eens wat vrienden uitnodigen. En daarna mijn oom terugschrijven.

zondag 10 december 2006

Kameraadschap

‘Vanavond spelen we verstoppertje,’ zegt Maud, terwijl ze me een konijnenpak én een zakje met worteltjes aanreikt.
‘Waar heb je die nu weer vandaan?’
‘Niet wat je denkt. Zo gemeen ben ik ook weer niet.’

Maud en ik. Heel soms wat kattenkwaad. In onze gedachten dan. Maar meestal spelen we spelletjes. Spelletjes die zij bedenkt. Rare spelletjes, leuke spelletjes. Samen vrolijke liedjes trommelen op de keukentafel. Zij met haar rug tegen de leuning, ik tegenover haar. Onze jassen hangen aan de kapstok, de revers van elkaar afgekeerd. Proesten als de jassen maar heel langzaam het hemelwater weten te verdampen.

Vanavond spelen we verstoppertje. Schichtig kijken we om ons heen waar een mooi plekje is om je te verschuilen. Links, rechts, links, rechts. De andere kinderen stuiven uiteen, alsof we Zwarte Pieten zijn. Dit is ónze speelplaats, dit is plezier.

Bij het konijnenhok haalt Maud een leuke grap uit. Terwijl de zoeker denkt dat wij op een hele andere plek onzichtbaar zitten te zijn, propt ze zich plotseling in het onderkomen van Witje, de zak met worteltjes opzichtig in haar handen. Omstanders slaken gilletjes. Een hand trekt haar weer resoluut het konijnhok uit. ‘Sorry meneer De Boer,’ prevelt ze met haar allerkleinste kleine meisjesstemmetje. Hoezo meneer De Boer?

Maud loopt onverstoorbaar verder richting een ander konijnenhok, drie erven verderop. Voorop, vanzelfsprekend. Ik versnel mijn pas. Midden op het boerenpad pak ik haar schouders, draai ik Maud 180 graden. Konijnensnoet tegen konijnensnoet. Wat een prachtige jeugdherinnering. Kameraadschap zit ‘m in de details.

zaterdag 9 december 2006

Excuses

Geachte redactie van nederlands.nl,

Ik maak mijn oprechte excuses voor het insturen van mijn stukje 'Liefde'. Uw reactie ('Helaas, je inzending van 2006-12-07 19:15:01 op www.nederlands.nl is door de redactie niet geplaatst. Opgegeven reden: volgens de redactie als prozawerk niet helemaal geslaagd.') is volkomen terecht.

Ik zal dit weekend een nieuwe versie proberen te schrijven die recht doet aan uw indrukwekkende stelsel van normen en waarden.

Immer uw nederige,
Benz

donderdag 7 december 2006

Liefde

‘Vanavond spelen we blinden,’ zegt Maud, terwijl ze me een zonnebril én een rood-witte wandelstok aanreikt.
‘Waar heb je die nu weer vandaan?’
‘Niet wat je denkt. Zo gemeen ben ik ook weer niet.’

Maud en ik. Heel soms een verrot klein beetje seks. In onze gedachten dan. Maar meestal spelen we spelletjes. Spelletjes die zij bedenkt. Rare spelletjes, leuke spelletjes. Samen plassen op de toiletpot. Zij leunt met haar rug tegen de stortbak, ik tegenover haar. Vier pijpen jeans op de enkels, mijn naakte dijen over de hare geklemd. Proesten als het tegen het emaille klettert.

Vanavond zijn we blind. We tikken de stokken tegen de straatstenen. Links, rechts, links, rechts. Winkelend publiek wijkt massaal, alsof we de Zwarte Dood uitdragen. Dit is ónze wereld, dit is macht.

Bij het zebrapad gaat Maud stunten. Terwijl het voetgangerslicht op knalrood staat, begint ze plotseling aan de oversteek, haar wandelstok opzichtig horizontaal. Wachtenden slaken gilletjes. Een hand trekt haar weer stoer het trottoir op. ‘Dank u meneer,’ prevelt ze met haar allerkleinste kleine meisjesstemmetje. Hoezo meneer?

Maud loopt onverstoorbaar verder. Voorop, vanzelfsprekend. Ik versnel mijn pas. Midden in de winkelstraat pak ik haar schouders, draai ik Maud 180 graden. Zonnebril tegen zonnebril. Vol op haar mond. Liefde is blind.

zondag 3 december 2006

Hooggeëerd publiek!

Vanwege de enorme publieke belangstelling in de eerste week van ons bestaan heeft Circus Benz besloten de leasetent (www.circusbenz.blogspot.com) in te ruilen voor een eigen circustent (www.circusbenz.nl). Bovendien zijn wij in gesprek met diverse spectaculaire attracties, waarmee wij u in de toekomst nog beter van dienst hopen te zijn. Wij vragen u om enkele dagen begrip en respijt.

Benz,
directeur

zaterdag 2 december 2006

Woorden tellen

Vrouwen praten bijna drie keer zoveel als mannen. Dat weet Louann Brizendine, hooglerares klinische psychiatrie aan de University of California. Louann is er echt voor gaan zitten. Ze turfde op één dag 7000 woorden uit een gemiddelde mannelijke mond tegen 20.000 uit een doorsnee vrouwelijke.

Ik heb geen zin om in te gaan op het wetenschappelijk burgeroorlogje waartoe de conclusies van Louann hebben geleid. Want dan moet ik het artikel grondig gaan lezen in plaats van heel oppervlakkig. Het was geloof ik iets over het verschil tussen mannen en vrouwen: mannen zouden beter hun mond kunnen houden omdat ze in de oertijd, tijdens de jacht, stil moesten zijn. Vrouwen daarentegen mochten lekker met elkaar beppen als ze vruchten aan het plukken waren. Doe mij nog maar wat bramen en frambozen.

Liever misbruik ik Louann’s onderzoek om een slecht begaanbaar bruggetje te slaan naar Ep Meijer. Als hij bij mij op bezoek is (of vice versa) dan pletten wij de gemiddelden van Louann met tienduizenden procenten. Terwijl hij en ik van begin tot eind min of meer staccato door elkaar heen lullen en daarbij desondanks nog steeds een en al oor voor elkaar zijn (luisteren is inderdaad een kunst) , vinden we tussendoor toch nog voldoende tijd om zeer geregeld een glas aan de mond te zetten. Gaan we weer ieder onze eigen weg, dan roepen we in koor dat het erg gezellig was en dat we elkaar weer op allerlei nieuwe ideeën hebben gebracht.

Louann, pas op, een muisarm heb je zo opgelopen.

vrijdag 1 december 2006

Prostitutie 2.0

Elke middelbare schoolklas kent wel zijn Harrie (m/v), want Harrie is van alle tijden. Harrie moet altijd op de goal staan, schaterlacht pijnlijke stiltes aan flarden, draagt de schoenen van zijn oudere broer af en is briljant in de exacte vakken. Harrie mag je gerust sociaal wat onbeholpen noemen. Vooral dat. Harrie - als je eens de moeite neemt met hem mee te fietsten naar school best een aardige vent - hoort er niet echt bij. Of eigenlijk: helemaal niet. Niemand die echt vrienden met Harrie wil zijn, hoe goed hij ook zijn best daarvoor doet. Vriendschap moet, zo luidt een oude volkswijsheid, van twee kanten komen.

Die oude volkswijsheid kan per vandaag bij het oud vuil. Op de site Fakeyourspace, een soort hulpmiddel voor mensen die actief zijn op Myspace, is het nu mogelijk om vrienden te kopen, meldt WebWereld. Voor twee dollar per maand laat de ‘vriend’ zo af en toe een commentaartje op je blog achter. Opdat de buitenwereld zal denken dat het wel goed zit met je sociale netwerk.

Ik kan nu wel roepen dat Fakeyourspace volkomen belachelijk is, maar stel je eens voor dat niemand je wil. Dat vreselijke gevoel dat je er voor niemand toe doet. Dan betaal je die 2 dollar toch grif? Het oudste beroep ter wereld, in versie 2.0.

donderdag 30 november 2006

Julian Jennerpad

Als ik zie hoe belegen collega-volwassenen zich weten te gedragen in dit leven, krijg ik altijd weer het gevoel dat ik maar voor spek & bonen meedoe. Want ik mag dan een rijbewijs en een hypotheek hebben en eens in de vier jaar naar de stembus wandelen, in mijn eigen beleving ben ik stiekem blijven steken op zo’n jaartje of dertien, veertien.

Precies zoals ik het zeg: stiekem. Want het kind in mij is mijn grootste geluk, maar tegelijkertijd niet welkom in kringen van volwassenen. Zo mag hij eigenlijk alleen ’s nachts over straat, als iedereen slaapt. In de beslotenheid van het eigen huis kan hij ook zijn eigen gangetje gaan. Zo mocht hij gisteren een moment van kinderlijke gelukzaligheid meebeleven toen Julian Jenner in de 88e minuut van AZ - Slovan Liberec met een weergaloos stiftje in de korte hoek scoorde. Het was weer even net 1992, Bergkamp kort voor tijd tegen de Argentijnen. Maar dan in het klein natuurlijk.

Ooit was hoongelach mijn deel toen ik in een gezelschap van stadsbestuurders achteloos suggereerde om de straten in een nieuw te plannen wijk te vernoemen naar Cruijff, Platini, Maradonna of andere balkunstenaars (de talloze stuntelende sergeant-majoors van het profvoetbal komen mijn wijk trouwens niet in!). Met een Wagnerdreef heeft geen mens moeite, maar dat ligt geheel anders bij de Tcheu La Lingweg. Waarom wel een Monetkade maar geen Van Persiestraat? Ik hang graag schilderkunst aan mijn muur, maar een mooi doelpunt doet het eigenlijk ook prima in mijn interieur, bedenk ik me plotseling.

Als we nou eens, al is het maar om er aan te wennen, beginnen met een klein, naamloos weggetje, ergens ver weg op het platteland: het Julian Jennerpaadje. Misschien dat het dan door de onstuitbare stadsuitbreiding ooit nog eens tot een chique boulevard kan uitgroeien.

woensdag 29 november 2006

Mijn criminele carrière

In Drachten laat de politie 22 nieuwe gevangeniscellen bouwen. De CDA-parlementariër Sybrand Van Haersma Buma – overigens een volle neef van ir. Sicco de Quadsteniet - heeft daar Kamervragen over gesteld. Niet dat Van Haersma Buma tegen opsluiting zou zijn. Nee, het gaat hem om de technozuil waarmee elke Drachtense cel wordt uitgerust. Die zuil biedt de arrestant de mogelijkheid tv-programma’s als Discovery Channel of Eurosport te kijken of een computerspelletje te spelen. Dat klinkt inderdaad wat luxe. Maar ja, er zijn ergere vergrijpen dan het doden van de tijd.

Ik moet in dit kader een bekentenis afleggen: ik ben ervaringsdeskundige, ik weet waar ik het over heb. In een grijs verleden was ik eindredacteur van een groot tijdschrift en derhalve verantwoordelijk voor de totstandkoming van het blad. Een hondenbaan die je je ergste vijand graag toewenst. Als ook maar één journalist zijn stukje te laat inleverde, betekende dat geheid nachtwerk voor mij en de vormgever. Om ons regelmatig terugkerend leed enigszins te verzachten, hadden we de gewoonte ontwikkeld om overwerk thuis bij de vormgever af te maken. Dat was in ieder geval beter te verdragen dan doorwerken op de verlaten redactieburelen op het al even verlaten kantorenpark. Bovendien werden wij, arme zwoegers, door de vriendin van de vormgever altijd weer liefdevol voorzien van een natje en een droogje.

Dat natje brak mij een keer lelijk op. Er kwam die avond een aangebroken fles wijn op tafel die wij in de uren daarna al werkend soldaat maakten. ’s Nachts rond tweeën sloeg ik het gastvrije aanbod om te blijven slapen af en aanvaarde ik doodmoe de thuisreis richting mijn eigen bed in Arnhem. Halverwege, in Wageningen, zag ik in mijn achteruitkijkspiegel de woorden ‘stop politie’ oplichten. Blazen, onduidelijke uitslag. Nog een keer blazen, weer twijfel. Of ik even meeging naar het bureau, zo nodigde de dienstdoende agent mij met enige dwang in zijn stem, dan zouden ze daar de blaastest nog een keer overdoen op betrouwbare apparatuur.

Daar, op het politiebureau, legden ze me uit dat tussen gammel blaaspijpje en deugdelijke blaasmachine twintig minuten pauze moet zitten. Of me dat duidelijk was. Tja, waarom niet, zal best. Volgt u mij dan maar even, zei de agent, dan kunt u dáár wachten tot die twintig minuten voorbij zijn. In de cel maakte een middelzware aanval van claustrofobie zich van mij meester.

Hoe lang zal mijn gevangenschap hebben geduurd? Elf minuten? Veertien, negen? Ik weet het niet meer, maar voor mijn gevoel oneindig veel langer dan elke kerkdienst of scheikundeles die ik ooit in mijn leven heb moeten ondergaan. Gek van vertwijfeling bonste ik op de deur, de agenten smekend om de deur van het slot te halen. En of ze me anders in godsnaam iets te lezen wilden geven. Kort daarna ging de deur open en stak een stuk agentenarm mij het Privé-katern van de Telegraaf toe.

Beste meneer Sybrand Van Haersma Buma. Wilt u ondanks uw onkreukbare burgermansfatsoen toch even inzien dat de politie van Drachten slechts handelt in de geest van de wet? Een arrestant is een verdachte en pas schuldig als de rechter zijn oordeel heeft uitgesproken. Arrestanten als gast beschouwen, zoals de politie in Drachten dat opvat, is een kwestie van goed fatsoen. Daar kunt u niets op tegen hebben, lijkt mij.

Tien minuten later mocht ik de reis naar Arnhem vervolgen.

maandag 27 november 2006

Optimaal

De nonnen van de kleuterschool – het was 1964 - vuurden ons dagelijks aan om thuis melkdoppen te sparen. Daarmee zouden we de hongerende kindertjes in de Derde Wereld helpen. Ik vond dat een raar verhaal. Onderweg naar school, het aluminium rammelde vrolijk in mijn jaszakken, nam ik de proef op de som.

Altijd al een wijs kind (nog steeds) trok ik twee conclusies. 1: begrijpelijk dat de armsten in Zuid-Amerika liever cocabladeren kauwen. 2: armoedebestrijding is niet de core business van Kerk en zuivelindustrie.

Ruim veertig jaar later moet ik, in alle nederigheid, die laatste conclusie intrekken. Want nu is er Optimel Control, de nieuwste vinding van zuivelgigant Campina! De website: 'Het klinkt haast te mooi om waar te zijn: als je dagelijks een flesje Optimel Control drinkt, helpt dit je vanzelf minder te eten.'

Een wereldprobleem is opgelost. Hulde. Drink je één flesje, dan heb je gedurende de warme maaltijd 10% minder energiebehoefte. Drink je tien flesjes, suggereert Campina-directeur Bas van den Berg met zoveel woorden in het AD, dan heb je helemaal geen honger meer. Het product heeft een werkingsduur van vier uur en kost zo'n zestig eurocent per flesje.

De prijs valt wat tegen, zeker als je op dieet bent in bijvoorbeeld Soedan, Peru of Bangla Desh. Maar nu het goede nieuws. Ter introductie mag iedereen Optimel Control twee weken lang gratis uitproberen. Daarom een dringende oproep aan alle hongerlijders ter wereld: test Optimel Control (vraag eerst naar de actievoorwaarden). Als het bevalt gaat Unesco ongetwijfeld in gesprek met Campina. Moderne firma´s doen immers aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Aan de kade in Rotterdam ligt het eerste containerschip richting Afrika al te wachten.